Deze lezing gaat over de stillevens van Adriaen Coorte (1665-1707) in het licht van het sublieme, dat vaak is beschreven door Samuel van Hoogstraten en anderen, als ‘waarlijk groots’, en dat Kant later zou formuleren als ‘datgene dat boven de randen van een reeds volle maat uitsteekt’. Ik bespreek Coorte’s opvallende, afwijkende materiaalgebruik—hij schilderde op papier, in briefkaartformaat—als een wijze om de schilderkunst als zodanig te ontstijgen. Ik noem Coorte’s werk dan ook ‘bedachtzame beelden’ omdat ze in visuele termen filosoferen over de grenzen van het representeerbare en van de schilderkunst als zodanig.
Hanneke Grootenboer is Professor of the History of Art aan de Universiteit van Oxford en op dit moment fellow op het NIAS, waar zij haar boek The Pensive Image afrondt, over schilderijen die een gedachtengang weergeven in plaats van een betekenis of een verhaal. Ze publiceerde eerderThe Rhetoric of Perspective: Realism and Illusionism in Dutch Seventeenth-Century Still Life Painting (Un. of Chicago Press 2005) en Treasuring the Gaze (Un. of Chicago Press 2012). Haar publicaties zijn onder andere verschenen in The Art Bulletin, Art History en Oxford Art Journal.